Onze missie

Wilson Benesch werd in 1989 opgericht en door Craig Milnes en Christina Milnes bestuurd, is een wereldwijd erkend merk dat hightech-luxe-audioproducten voor thuisgebruik ontwikkelt en produceert. De onderneming is gevestigd in Sheffield, South Yorkshire, en vandaag de dag een geoptimaliseerd en verticaal georganiseerde design- en productiefaciliteit. Het team is samengesteld uit hooggekwalificeerde vaklieden, ontwerpers en ingenieurs.

In 1989 begon de onderneming met een startkapitaal van 25.000 GBP. Binnen een jaar werd een groot gedeelte geïnvesteerd in het eerste onderzoeks- en ontwikkelingsproject, dat daarnaast met eenzelfde bedrag gevoteerd werd door de Britse overheid via het ministerie voor handel en industrie (DTi).

Het resultaat van dit project zou een meervoudig onderscheiden product in de High-End audiowereld moet zijn om daarmee wereldwijd als een gewilde importpartner te kunnen opereren. Dit product werd de Wilson Benesch draaitafel en de A.C.T. One toonarm (Advanced Composite Technology).

Koolstofvezel was allang een hoogontwikkeld technisch materiaal met markante eigenschappen, die voor het ontwikkelingsproces van Wilson Benesch een reeks van voordelen meebracht. Vanaf dit moment zou dit materiaal onherroepelijk met het productie-ontwikkelingsprogramma van de onderneming verbonden blijven. Inzet van koolstofvezel is nu het kenmerk van Wilson Benesch.

Het succes van de Wilson Benesch draaitafel heeft de onderneming in de kijker gespeeld en maakte het mogelijk verder in de ontwikkeling van nieuwe producten en in de studie vooruitstrevende materiaaltechnologie en productie te investeren. In 1994 sloot Wilson Benesch haar tweede onderzoek- en ontwikkelingsprogramma af, dat wederom deels door een DTi-investering werd gefinancierd. Tijdens de HIGH END van 1994 in Frankfurt stelde Wilson Benesch haar eerst luidspreker – de A.C.T. One – voor aan het publiek.

De A.C.T. werd een enorm succes voor het bedrijf. De luidspreker werd in nauwe samenwerking met talrijke leidende ingenieurs uit diverse disciplines ontwikkeld, waaronder ook geavanceerde composiettechniek en akoestisch ontwerp.

Zoals dat al het geval was bij de platenspeler, onderscheidde het ontwerp zich radicaal van alle andere tot dan toe bekende: het ontwerp van de A.T.C. One week van het gebruikelijke kwadratische kastontwerp af dat de markt destijds domineerde. Dit leidde tot een gebogen plaat van koolstofvezel binnenin de luidspreker, in combinatie met een schuine bovenplaat en een massieve metalen tussenschot die tot dan toe nog nooit was toegepast in een luidspreker.

Akoestisch kende men grote waarde toe aan fasegelijkheid en daarmee op de reductie van complexe frequentieschommelingen. Tot op heden is dit een vast element in de design-ethos van de onderneming en werd in alle opeenvolgende producten doorgevoerd met een starre luidspreker tot gevolg en zoals deze terug te vinden is in de Reference-serie.

De erkenning van vakjournalisten voor de A.T.C. luidspreker komt tot uiting in de verleende onderscheidingen én referentie-status die ze wereldwijd geniet. De A.T.C. werd in Duitsland tot referentie verheven en kreeg in 1996 zes verdere onderscheidingen in de belangrijkste markten waaronder twee in Japan.

In de hierop volgende jaren steeg de export verder en begon Wilson Benesch wereldwijde roem te vergaren, die de onderneming vandaag de dag nog steeds geniet.

Toen Wilson Benesch in 1993 verhuisde naar het huidige pand, het Falcon House, omvatte het vloeroppervlak een enkele vleugel van het acht keer zo grote bedrijfscomplex. Rond de eeuwwisseling werd inmiddels alle ruimte in beslag genomen door het complete machinepark; een direct gevolg van de subsidietoekenning die Wilson Benesch in 1998 mocht ontvangen.

De nieuwe subsidieaanvraag was getiteld ‘The Bishop Project’ en omvatte een onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma om een nieuwe dynamische luidsprekermotor te ontwikkelen die bestemd was voor de A.C.T. One luidsprekers om de inmiddels ontwikkelde behuizingstechnologie aan te vullen en de ontwikkeling van een nieuwe vlaggenschipluidspreker mogelijk te maken.

De aanvraag werd ingediend bij het DTi als onderdeel van het SMART Funding Initiative en is succesvol verlopen. Wilson Benesch ontving 250.000 GBP van de Britse regering. Op het moment van schrijven in 2016 heeft geen enkele andere Britse audiofabrikant met succes financiering van de Britse overheid aangevraagd noch ontvangen.

In 1999 presenteerde Wilson Benesch zijn nieuwe vlaggenschip, de Bishop, op wat toen de belangrijkste high-end audiobeurs ter wereld was in Stuttgart (D). De Bishop was een radicaal ontwerp met negen van de nieuwe Tactic-chassis die waren ontwikkeld als onderdeel van het Bishop-project. De nieuwe aandrijftechnologie van Tactic leek in niets op de destijds beschikbare producten. Het bevatte exotische magnetische technologie in de vorm van zeldzame Neodymium (NdFeB)-magneten die voorheen ongehoord waren in de high-end audio-industrie.

Tactic had een stijve, lichtgewicht isotactische polypropyleen membraan in een geavanceerde, platte korf. De aandrijftechnologie was in alle opzichten state-of-the-art. Bovendien werden acht van de totaal negen chassis van Bishop gebruikt in een ongewone clamshell of ‘isobare’ formatie. Dit gaf de Bishop een ongelooflijke dynamiek en kracht in het basbereik.

In hetzelfde jaar werd de Bishop door het Duitse tijdschrift Stereoplay uitgeroepen tot referentiesysteem. Een tweedelige recensie van twee maanden (met een technische focus in de eerste en een luistertest in de tweede) schiep een precedent voor het tijdschrift. Elk bericht bevatte vier pagina's met gedetailleerde uitleg. Dit was een enorm succes voor Wilson Benesch, die zijn eerste volledige decennium als bedrijf naderde.

Wilson Benesch sloot de twintigste eeuw met groot succes af. In een kort decennium had het bedrijf zich gevestigd als een ontwikkelaar van draaitafels en luidsprekers, won het grote prijzen, vestigde het zich bij grote importeurs over de hele wereld en had het een benijdenswaardige productiefaciliteit.

In 2001, twee jaar na het Bishop-project en de ontwikkeling van de Tactic-drive, bracht het bedrijf twee luidsprekers op de markt die waren uitgerust met de nieuwe aandrijftechnologie: de Bishop-luidspreker en de tweede generatie van zijn baanbrekende luidspreker, de A.C.T. Two. Met de aankondiging van een nieuwe luidsprekerserieserie, de Odyssey Range, zou daar echter verandering in moeten komen.

Het eerste ontwerp dat op de markt kwam, was de Discovery, een radicaal vloerstaand luidsprekerontwerp met een naar beneden gericht Isobaric Tactic-luidsprekersysteem en een naar voren gerichte Tactic midrange-driver erboven. In 2002 werd de A.C.T. geïntroduceerd, de derde generatie van de A.C.T.-lijn. Er werden ook twee nieuwe modellen geïntroduceerd: de Arc en de Curve, beide vloerstaande modellen.

De Odyssey-serie was meteen een hit en ontving grote prijzen over de hele wereld. In het bijzonder werd de Discovery in 2001 door Stereo Sound Japan uitgeroepen tot ‘Component of the Year’, ontving een 5-sterrenbeoordeling van What HiFi?, en verving de A.C.T. One als referentiesysteem van het tijdschrift in 2004 en behield die titel tot 2005. Bovendien won A.C.T. in 2002 de Grand Prix Award van Stereo Sound Japan. Ondertussen werden de Arc en Curve door HiFi Review Hong Kong uitgeroepen tot Product van het Jaar.

In 2006 lanceerde Wilson Benesch een nieuw vlaggenschip, de Chimera, die de Bishop opvolgde. Met de A.C.T. Monocoque die in het hele assortiment wordt gebruikt, de Tactic-aandrijfeenheid en het Isobaric-systeem, een gegoten koolstofvezel top en aluminium zijpanelen, was het misschien wel de luidspreker die de prestaties van het Bishop-project het beste belichaamde.

In 2003 begon Wilson Benesch aan zijn derde R&D-programma, gedeeltelijk gefinancierd door de regering van Hare Majesteit, toen het bedrijf opnieuw een SMART Award ontving voor zijn haalbaarheidsstudie voor een innovatieve, octrooieerbare infra sonische eenheid. In 2006, na bijna drie jaar onderzoek en ontwikkeling, werden de Torus infrasone generator en bijbehorende Torus-versterker gemaakt.

De Torus is een mijlpaal in de geschiedenis van het bedrijf geworden. Het was belangrijk voor Wilson Benesch om het verschil tussen de conventionele subwoofer en de innovatie van de Torus te verduidelijken, wat leidde tot de term ‘infrasone generator’. Conventionele woofers zijn gebaseerd op een houten kast, een woofer en een actieve versterker. Hoewel de Torus Infrasonic Generator vergelijkbaar is omdat hij de elektrische energie van de versterker omzet in kinetische energie, is het fundamentele verschil dat dit wordt bereikt met behulp van een push-pull-motor. Dit regelt te allen tijde de positie van de ongelooflijk lichte 18-inch koolstofvezelconus, in plaats van te vertrouwen op een hoge hysteresis-ophanging om de conus terug te brengen naar de rustpositie. Het hoorbare resultaat is een ongelooflijke nauwkeurigheid bij de weergave van lage frequenties.

In 2006 ontving de Torus prijzen van over de hele wereld. Holger Biermann van Stereoplay Magazine noemde de Torus ‘de meest nauwkeurige woofer ooit’. De invloedrijke hifi-journalist Jonathon Valin van Absolute Sounds USA voegde hieraan toe: “Geniale producten zijn zeldzaam op elk gebied, maar ik denk dat de Torus er een van is”. Datzelfde jaar werd de Torus Infrasonic Generator door Absolute Sounds uitgeroepen tot ‘Product van het Jaar’, gevolgd door HiFi+ tot ‘Product van het Jaar’, ‘Platz Highlights’ in Stereoplay Magazine, ‘Best Buy’ in Hi-Fi Choice UK en één 5-sterrenbeoordeling in What HiFi? in 2007.

In 2014, met Cardinal en Endeavour al aan de start, begon Wilson Benesch met het ontwerpen van een nieuw topklasse hifi-rack. Met de hulp van CH Precision Electronic ging het ontwerpteam van Wilson Benesch aan de slag om ‘s werelds beste rackontwerp te creëren met behulp van koolstofvezeltechnologie.

De R1, die in mei 2015 op de HIGH END in München werd gepresenteerd, is een modulaire rackoplossing die optimale voorwaarden biedt voor de werking van state-of-the-art digitale en analoge apparatuur.

Het maakt gebruik van een combinatie van materiaaltechnologie en unieke ontwerpkenmerken die het tot een van de beste oplossingen maken die momenteel op de markt verkrijgbaar zijn. De indrukwekkende R1 is voorzien van kenmerkende polyoxymethyleen zadelpennen, nauwkeurig in eigen huis vervaardigd. Deze worden gecombineerd met zeer sterke ‘Carbon Isobars’ - een multi-axiale koolstofvezelbuis die in het midden wordt geklemd en samengedrukt door een 14 mm dikke stalen staaf.

De combinatie van verschillende materialen en innovatieve toepassingen van techniek en materiaalkunde is goed te zien. Het R1-ontwerp is echter rijk aan kleine details die verantwoordelijk zijn voor ultieme prestaties. Kinematische ontwerpprincipes zijn toegepast op het ontmoetingspunt van elk straalvlak, de voeten en ook in de gekartelde schalen die bovenop de koolstofvezelbuizen zitten. Deze kenmerken zorgen niet alleen voor maximale stabiliteit, maar zorgen er ook voor dat de energiekanalen van de R1 in elk opzicht zijn geoptimaliseerd. Het ontwerp van de R1 is een technisch meesterwerk.